Brievenbussen van ziekenfondsen aan de buitenkant van de apotheek

03 dec. 2010
  • Home
  • Brievenbussen van ziekenfondsen aan de buitenkant van de apotheek

De Nationale Raad van de Orde der Apothekers ontving van sommige leden de vraag of het mogelijk zou zijn brievenbussen van ziekenfondsen aan de buitenkant van de apotheek te plaatsen.

Tijdens zijn zitting van 25 november 2010 bracht de Nationale Raad hierover een negatief advies uit daar de Raad van oordeel is dat het plaatsen van dergelijke brievenbussen, zowel binnen in de apotheek als aan de buitenkant van de apotheek, niet in overeenstemming is met de farmaceutische plichtenleer. Het advies van de Raad is gesteund op volgende overwegingen:

In het belang van de Volksgezondheid en om het vertrouwen van de patiënt niet te schaden, vermijdt de apotheker in zijn beroepsactiviteit elke commerciële overdrijving. Door het plaatsen van dergelijke brievenbussen in de apotheek of aan de buitenkant van de apotheek biedt de apotheker een aanvullende commerciële dienstverlening aan, bedoeld om klanten te binden of aan te trekken. Dergelijke dienstverlening houdt geen rechtstreeks verband met de uitoefening van het beroep van verdeler van geneesmiddelen en gezondheidsraadgever. Deze handelswijze schaadt het imago van het beroep daar in hoofde van de patiënt verwarring kan ontstaan tussen de specifieke rol van de apotheker en de taak van de ziekenfondsen. Overigens zou de patiënt kunnen denken dat er op een of andere wijze een band bestaat tussen de apotheker en het organisme dat de prestaties terugbetaalt, wat eveneens niet aanvaardbaar is.

Een vrij recente beslissing van de Raad van Beroep van de Orde der apothekers illustreert perfect de bezorgdheid om het imago van het beroep van apotheker te vrijwaren en om elke verwarring in de geest van de patiënt te vermijden betreffende de specifieke taak van de apotheker inzake volksgezondheid. Het gaat om de beslissing van 24/04/2008 waarin de Raad van Beroep een apotheker veroordeelt om plannen voor aanpassingswerken aan de openbare weg bekend te maken in de apotheek. De Raad heeft geoordeeld dat: “Een apotheker geen publiciteit of adviezen van private of publieke aard mag aanplakken (…) in de etalage van zijn apotheek, die geen verband houden met de uitoefening van zijn beroep van verdeler van geneesmiddelen en gezondheidsraadgever. Dat een affichering mogelijk van belang zou kunnen zijn voor een openbare administratie of voor de bevolking is een onvoldoende argument om te kunnen afwijken van dit verbod. Zodra de apotheker als dusdanig handelt weet hij of moet hij weten dat hij een inbreuk pleegt op de eer en de waardigheid van zijn beroep door verwarring toe te laten tussen zijn specifieke taak en het private of openbare doel dat beoogd wordt met deze bekendmaking.

Het plaatsen van brievenbussen van ziekenfondsen aan de buitenkant van de apotheek is een soort postdienst. De Nationale Raad is van oordeel dat dergelijke dienst geen rechtstreeks verband houdt met de uitoefening van het beroep van verdeler van geneesmiddelen en gezondheidsraadgever.

Het is overigens onaanvaardbaar dat ziekenfondsen, door een willekeurige plaatsing van dergelijke brievenbussen bij bepaalde apotheken, de keuze van de meer kwetsbare patiënten zouden leiden. Immers, voor deze patiënten kan de aanwezigheid van dergelijke brievenbussen, en het daarbij horende perspectief van minder verplaatsingen, een doorslaggevend argument zijn om hun keuze van apotheek te bepalen.

Het is nuttig te herinneren aan het advies dat in 2008 door de Nationale Raad werd gegeven betreffende het plaatsen van brievenbussen binnen de officina, waarbij de patiënten hun medische attesten bestemd voor de terugbetaling door het ziekenfonds konden deponeren. De Raad was van oordeel dat door het plaatsen van dergelijke brievenbussen, de ziekenfondsen binnen de officina zelf diensten aanbieden aan hun klanten wat duidelijk in tegenspraak is met het artikel 76 van de Code van Farmaceutische Plichtenleer dat de apotheker verbiedt enige ruimte in de apotheek ter beschikking te stellen van derden onder welke voorwaarde dan ook.

Bovendien moet de apotheker zijn patiënten steeds op een zelfde wijze behandelen, ongeacht hun overtuiging. Het artikel 17 van de Code van Plichtenleer stelt immers “De apotheker streeft ernaar de belangen van de patiënt te dienen door zijn bekwaamheid en toewijding zonder enige van discriminatie ten dienste te stellen van iedereen.” Men kan dus niet aanvaarden dat een apotheker enkel diensten zou verlenen aan patiënten die een zelfde ideologie volgen als deze van de apotheek, terwijl deze diensten niet zouden aangeboden worden aan patiënten met andere ideologische overtuigingen (aanwezigheid van brievenbussen van andere ziekenfondsen).