De apotheker en de paramedische beroepen

De scope van werkzaamheden van de apotheker is de laatste jaren uitgebreid. Hij mag nu zelfs in bepaalde gevallen handelingen verrichten die in principe tot de geneeskunde behoren, zoals vaccinatie. De lijst van producten “bestemd voor de preventie, het behoud en/of het herstel van de menselijke of dierlijke gezondheid, en bestemd voor het welzijn van patiënt” die hij naast geneesmiddelen mag afleveren krachtens artikel 87 van de Code van farmaceutische plichtenleer is ook breed.

In een dergelijke context zou de apotheker wanneer hij een product aflevert of een dienst verstrekt, handelingen kunnen verrichten die de grenzen van zijn eigen bevoegdheid te buiten gaan. In het belang van de patiënt en om de kwaliteit van de hem verstrekte zorg te verzekeren, moet de apotheker voor alle handelingen die niet tot zijn kerntaak behoren, beroep doen op de beroepsbeoefenaars die een specifieke opleiding hebben gekregen om deze handelingen te verrichten, zijn patiënten naar hen verwijzen en met hen samenwerken op een interdisciplinaire manier.

Deze voorzichtigheid geldt voor de handelingen die onder de bevoegdheid vallen van alle gezondheidszorgberoepsbeoefenaars, in het bijzonder de paramedische beroepen (voor een specifiek voorbeeld, zie het advies van de Nationale Raad van 12 februari 2018, “Het meten van het gezichtsvermogen gelinkt met de verkoop van brillen in de apotheek”).