Farmaceutisch apotheekteam

23 feb. 2015
  • Home
  • Farmaceutisch apotheekteam

De Nationale Raad krijgt de vraag aangaande de aanwezigheid in de apotheek - en meer bepaald in de verstrekkingszone van de apotheek- van een persoon die noch apotheker, noch farmaceutisch-technisch assistent is en die belast zou zijn met de verkoop van cosmetica.

Tijdens zijn zitting van 22 januari heeft de Nationale Raad volgend standpunt ingenomen.

Overeenkomstig de Gids voor de Goede Officinale Farmaceutische Praktijken moet de apotheek beschikken over “voldoende personeelsleden met de vereiste kwalificaties. Hun verantwoordelijkheden zijn duidelijk vastgelegd". Uit de lezing van de Gids voor de Goede Praktijken blijkt dat apothekers (adjuncten, titularissen, vervangers), alsook farmaceutisch-technisch assistenten deel uitmaken van het apotheekteam [1].

De leden van het apotheekteam nemen samen met de apotheker-titularis, dagelijks deel aan de toepassing van de goede officinale farmaceutische praktijken. Enkel de personen die de vereiste kwalificatie hebben, hetzij van apotheker, hetzij van farmaceutisch-technisch assistent, hebben de nodige kennis en opleiding om mee te werken aan de toepassing van deze Gids.

De Code van farmaceutische plichtenleer bepaalt dat de apotheker-titularis moet nagaan of zijn personeelsleden aan de wettelijke vereisten voldoen en over de nodige beroepsbekwaamheden beschikken voor de uitoefening van hun functie.

Volgens de Nationale Raad is de beperkte samenstelling van het apotheekteam - aanwezig in de afleverruimte - nauw verbonden met de identiteit zelf van de apotheek, plaats van aflevering van geneesmiddelen. Zelfs indien de parafarmaceutische producten vandaag zeker hun plaats hebben in de officina, blijft de essentiële rol van de apotheker de aflevering van het geneesmiddel. De farmaceutische reglementering legt verplichtingen op, meer bepaald op het vlak van de aflevering van geneesmiddelen, van het respect van het beroepsgeheim en het respect van de persoonlijke levenssfeer. Deze verplichtingen beletten dat personen die niet onderworpen zijn aan die verplichtingen, aanwezig zouden zijn in de verstrekkingszone van de apotheek.

Wanneer de apotheker zijn patiënten advies geeft over andere producten dan geneesmiddelen moet hij altijd de specificiteit van de apotheek, waar producten worden afgeleverd door een gezondheidszorgbeoefenaar, naar voor schuiven. De apotheker moet zich volkomen bewust zijn van het feit dat de patiënt deze meerwaarde opzoekt, meerwaarde die zich vertaalt in persoonlijke adviezen waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de medische antecedenten. Door personen die niet de vereiste kwalificatie hebben, in de verstrekkingszone van zijn apotheek toe te laten, berokkent de apotheker schade aan datgene wat zijn eigenheid en waarde uitmaakt .

Uit hetgeen voorafgaat volgt dat de apotheker-titularis de aanwezigheid van personen die niet over de vereiste kwalificaties beschikken om de functie van apotheker of farmaceutisch-technisch assistent waar te nemen in de verstrekkingszone van de apotheek, niet mag dulden. Of het nu gaat om schoonheidsspecialisten, diëtisten, bandagisten of andere, ongeacht of die personen verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst, dan wel afgevaardigd zijn door een firma of verbonden zijn door een ander soort overeenkomst met de apotheek, de Nationale Raad is van mening dat deze personen geen activiteit mogen uitoefenen in de verstrekkingszone van de apotheek. Zo’n aanwezigheid zou de waardigheid van het beroep en het imago van de apotheker aantasten. De apotheker-titularis is natuurlijk vrij om aan zijn apotheekteam een passende opleiding te verlenen opdat ze hun kennis verder zouden verdiepen in één of ander domein van gezondheidsproducten.

[1] Overeenkomstig artikel 39, 1°, al.2, van het K.B. n° 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, mag de student in de artsenijbereidkunde ook handelingen stellen die in het kader van zijn stage aan de farmaceutisch-technisch assistent kunnen worden gedelegeerd.