Telefonische verzoeken tijdens de wachtdienst

22 nov. 2013
  • Home
  • Telefonische verzoeken tijdens de wachtdienst

De Orde der Apothekers werd onlangs ondervraagd door een apotheker over de rol van de apotheker waarop per telefoon beroep wordt gedaan tijdens de wachtdienst.

De Nationale Raad heeft in zijn advies van oktober 2008 het belang van de telefonische bereikbaarheid van de apotheker tijdens zijn wachtdienst onderlijnd: “Gelet op de continuïteit van de zorgverlening dient de van wacht zijnde apotheker aan de patiënten alle diensten te kunnen verstrekken die een apotheker normaal aanbiedt, dus met inbegrip van het beantwoorden van telefonische vragen in verband met de beschikbaarheid van bepaalde producten.” Het kan immers gebeuren dat de patiënt, alvorens hij zich naar de apotheker van wacht begeeft, deze eerst opbelt om te zien of het geneesmiddel dat hij nodig heeft effectief voorradig is.

Het is nochtans primordiaal dat wordt benadrukt dat deze telefonische bereikbaarheid geenszins betekent dat de apotheker verplicht is adviezen via de telefoon te verlenen.

Eerst en vooral dient te worden herinnerd aan het feit dat de apotheker zijn bevoegdheidsterrein dient te respecteren. Zo behoort elke vraag, die ertoe strekt dat de apotheker zich uitspreekt over de gezondheidstoestand van de patiënt, tot de uitoefening van de geneeskunde. De apotheker, die hierom wordt verzocht, dient de patiënt naargelang het geval door te verwijzen naar de medische hulpdiensten.

Wanneer men hem vragen stelt betreffende het geneesmiddel, en meer bepaald over de door de patiënt gevolgde behandeling met geneesmiddelen, moet de apotheker handelen met grootste omzichtigheid en zien of het opportuun is om hierop te antwoorden. Een algemeen advies omtrent het juiste gebruik van het geneesmiddel zou geen problemen moeten stellen maar anders is het met een advies ,die aangepast is aan de persoonlijke situatie van de patiënt. Kent de apotheker de patiënt? Heeft hij zijn farmaceutisch dossier? In dat geval zal het in principe meer aangewezen zijn dat de patiënt zich aanbiedt in de apotheek.

Indien de apotheker een advies geeft via de telefoon, dan is hij aansprakelijk voor elke fout, zelfs de lichtste fout, zowel op strafrechtelijk vlak, als op burgerrechtelijk en deontologisch vlak.”